"Een gemiddelde leerling bestaat bij ons niet"
Iets buiten Sint Annaparochie, naast de opvanglocatie van het COA, staat een bijzondere school van Elan Onderwijsgroep. OBS De Toverbal is een zogenaamde NT2-school, voor kinderen die het Nederlands niet machtig zijn. We gaan in een drieluik op de werkvloer in gesprek met over de rol die de school speelt in het leven van deze kinderen. In het eerste deel richten we ons op het type onderwijs dat geboden wordt: "We horen vaak dat we speciaal onderwijs geven, eigenlijk klopt dit niet. We geven specialistisch onderwijs in het aanbieden van Nederlands als tweede taal."
Johanna Hooiveld
Margriet van der Pal
Ingrid Klumper
Het is een zonnige maar winderige dag als we tussen de Bildtse akkers de COA-locatie zien liggen. De kleurige vlaggen naast de toegangspoort – die prachtig afsteken bij de blauwe lucht – laten niet veel te raden over: Hier is een school gevestigd! Binnen wachten directeur Johanna Hooiveld,
locatiecoördinator Margriet van der Pal en intern begeleider Ingrid Klumper met een kopje hete thee. Ze willen erg graag vertellen over het onderwijs dat ze samen met het team aanbieden. En er valt ook veel te vertellen, aldus Johanna. "Door de nadruk te leggen op het aanleren van de Nederlandse taal proberen we om leerlingen zo snel mogelijk in het reguliere onderwijs te laten instromen.
Diverse mix van achtergronden
De vraag wat de achtergrond van de gemiddelde leerling is, zorgt direct voor een betrokken reactie. Margriet vertelt: "Een gemiddelde leerling bestaat hier eigenlijk niet. Op dit moment zijn er veel leerlingen uit Eritrea, ook zijn er veel kinderen in Syrië. Dat loopt eigenlijk synchroon met de conflicten die we uit het nieuws kennen. Sommige leerlingen zijn in hun land van herkomst wel naar school gegaan.
Maar er zijn ook genoeg kinderen die nooit naar school zijn geweest door de omstandigheden waarin ze opgegroeid zijn. Als kinderen aangemeld worden is het dus een uitdagingen om in te schatten op welk niveau we ze leerstof kunnen aanbieden. Omdat communicatie met ouders ook bemoeilijkt wordt doordat ze het Nederlands niet beheersen, is het soms een zoektocht. Maar als het dan gelukt is zijn we natuurlijk wel weer blij. "
Door de locatie zou je zeggen dat het merendeel van de leerlingen in het opvangcentrum wonen, maar schijn bedriegt. "Het klopt deels wel," aldus Johanna, "maar we zien uit de wijde regio ook leerlingen met status die naar ons toekomen, of kinderen die vanuit gezinshereniging bij ons worden aangemeld. Ze hebben wél allemaal met elkaar gemeen dat de taalbeheersing ervoor zorgt dat ze moeite hebben in het reguliere onderwijs. En daar kunnen wij bij ondersteunen."
Garantie op terugkeer
Stromen leerlingen na hun tijd op De Toverbal automatisch door naar een andere Elan-school? Margriet vertelt: "Nee, we vervullen een regiofunctie, dat zorgt ervoor dat wij scholen van alle besturen in de regio ondersteunen bij de hulp aan leerlingen die de taal nog niet machtig zijn. Scholen die ondersteuning zoeken, krijgen – ongeacht onder welk bestuur ze vallen- van ons een terugkeergarantie. Als de leerling voldoende taalvaardig is geworden om weer in te stromen in een reguliere klas zullen we dit altijd in overleg met de school doen die de hulpvraag bij ons heeft neergelegd. Daar zijn we heel straight in en dat kan ook niet anders. Het gaat niet om het bestuur, maar om de leerling."
"Scholen die ons om ondersteuning vragen krijgen de garantie op terugkeer als de leerling voldoende taalvaardig is geworden om weer in te stromen in een reguliere klas. Daar zijn we heel straight in."
Ingrid vult aan: "We adviseren bij instroom in het reguliere onderwijs vaak wel om leerlingen in een eerder leerjaar te laten starten. Er zit echt verschil in het kennen van de Nederlandse taal en het begrijpen van de taal die een leerkracht gebruikt voor de instructie. Uitzonderingen daargelaten, merken we dat het voor de totale ontwikkeling van leerlingen uiteindelijk beter is dat ze niet overvraagd worden. Maar de basis van de Nederlandse taal die ze hier hebben gekregen leert ze wel om beter met klasgenootjes te communiceren en het onderwijs beter op te pikken. "
Uitdagingen
Er zijn meer dan genoeg uitdagingen om leerlingen te geven wat ze nodig hebben. Zo is het altijd maar afwachten hoelang een leerling blijft. "In de meeste gevallen blijven leerlingen hier niet langer dan twee jaar. Dat geldt zeker voor leerlingen die niet in het opvangcentrum wonen," aldus Margriet. "We zijn er in principe wel op ingericht dat leerlingen van het opvangcentrum van het eerste tot het achtste leerjaar onderwijs kunnen volgen, maar in de praktijk gebeurt dat nooit. Het overheidsbeleid is er ook niet op gericht om gezinnen lang op één plek te houden. Dat zorgt er automatisch voor dat je veel wisselingen in de samenstelling van groepen hebt. Soms is het na de vakantie maar afwachten wie er nog op school zitten. Dat is wel eens even slikken."
Johanna vertelt over de leermaterialen het volgende: "Het is natuurlijk niet zo dat kinderen hier alleen taalles krijgen, we bieden een breder pakket aan. Maar je moet ergens de nadruk op leggen en dat is bij ons de Nederlandse taal. Wel merken we dat er slechts beperkt materiaal beschikbaar is bij uitgevers. Het komt neer op de inventiviteit van de leerkracht om lessen visueel te maken.
Individueel in kaart
De specialisatie vraagt om een andere manier van organiseren dan de jaargroepen die we in het reguliere onderwijs kennen. Op de vraag hoe vorderingen bij leerlingen worden bijgehouden en hoe de groepen samengesteld worden zegt Ingrid het volgende: "We werken met periodes van 10 weken, waarin ze een bepaald onderwijsaanbod krijgen. Na 10 weken worden leerlingen getoetst om te kijken hoe de voortgang is. Op dat moment kunnen we zien wie toe is aan een volgende stap of wie nog wat ontwikkelpuntjes heeft. Dan worden de volgende 10 weken vastgesteld. Leerkrachten werken dus met niveaus, waarbij de groep per 10 weken weer uit andere kinderen kan bestaan.
"We weten precies wanneer een kind toe is aan regulier onderwijs. Dat is en blijft het doel."
Johanna vertelt: "Dit betekent ook dat we elk kind individueel in kaart hebben gebracht. We weten precies wanneer een kind toe is aan regulier onderwijs. Dat is en blijft wel het doel, omdat het voor de verdere ontwikkeling gewoon goed is als ze daar naartoe kunnen. En die leerling kunnen we dan ook met een goed gevoel overdragen aan de school waar ze verder kunnen!
In het volgende deel van dit drieluik gaan we in op hoe de achtergrond van leerlingen een rol speelt in het aanbieden van onderwijs op OBS De Toverbal.